Je kan bezwaar maken tegen een beslissing van de uitkeringsinstantie. Voel je je onjuist behandeld, dan kan je een klacht indienen.
Je kan een klacht indienen als je je slecht behandeld voelt. De uitkeringsinstantie moet je klacht binnen 6 tot 10 weken behandelen.
Je hebt een beslissing gekregen van de uitkeringsinstantie over je aanvraag of uitkering. Maar je bent het niet eens met de beslissing. Dan kan je bezwaar maken.
Je kan het bezwaarschrift per post, aan de balie of soms via de website indienen. Doe dit op tijd. Controleer of je bezwaarschrift goed is aangekomen.
Meestal belt de uitkeringsinstantie je eerst op om uitleg te geven over de beslissing. Daarna volgt eventueel een hoorzitting.
De uitkeringsinstantie moet op tijd een beslissing nemen. Gebeurt dat niet, dan kan je per brief om een beslissing en een dwangsom vragen.
Een onafhankelijk persoon kan jou en de uitkeringsinstantie begeleiden bij het vinden van een oplossing.
Krijg je geen gelijk in de bezwaarprocedure, dan kan je in beroep gaan bij de afdeling bestuursrecht van de rechtbank.
De rechter bekijkt je dossier en houdt een rechtszitting met jou en de uitkeringsinstantie. Niet eens met de beslissing? Dan kan je in hoger beroep.
Je kan de uitkeringsinstantie een brief schrijven als de beslissing te laat komt. In die brief kan je een dwangsom eisen.
Terwijl de procedure loopt, kan je misschien bijstand krijgen van de gemeente. Of je vraagt via de rechter een voorlopige uitkering aan.